Tegenstelling
Een tegenstelling is een situatie waarin twee dingen of begrippen elkaars tegengestelden zijn, qua betekenis, eigenschappen, aard of effect. Het duidt op een contrast of verschil tussen twee zaken. Bijvoorbeeld warm en koud zijn tegenstellingen, omdat ze elkaars tegengestelde zijn in termen van temperatuur. Tegenstellingen worden vaak gebruikt om contrast en diversiteit in taal en tekst te benadrukken.
Hier zijn een paar voorbeelden van tegenstellingen:
- Licht - Donker
- Liefde - Haat
- Hoog - Laag
- Binnen - Buiten
- Jong - Oud
- Snel - Langzaam
- Vriendelijk - Onvriendelijk
- Vol - Leeg
- Begin - Einde
- Ruw - Glad
Met een beetje creativiteit kan je ook meer onwaarschijnlijke tegenstellingen bedenken:
- Kip - Ei (wat was er eerst?)
- Licht - Zwaartekracht (licht heeft geen gewicht!)
- Snel - Schildpad (een onverwachte race)
- Droog - Waterpistool (ironisch genoeg)
- Luisteren - Praten (balans in gesprek)
- Koud - Zonnestralen (een onwaarschijnlijke combinatie)
- Stilte - Schreeuw (een schreeuw in de stilte)
- Slim - Dom blondje (een humoristische stereotypering)
- Muis - Leeuw (in verhouding)
- Pizza - Dieet (een conflict van verlangens)
