Taal oefenen

Meester Klaas heeft een nieuw onderdeel: taal. Hier komen zo veel mogelijk taalonderwerpen. Ook bij deze onderdelen krijg je uitleg en kun je daarna oefenen. Heb je zelf nog onderwerpen die je behandeld wilt zien, dan horen we dat graag van je.

Al deze applicaties samen kan je samen met de spelling applicaties kopen voor €7,95 (met 'D of T' en zinsontleding erbij voor €9,95). Ben je leraar? Dan kan je meerdere applicaties tegelijkertijd kopen met hoge korting.

Er komen regelmatig nieuwe onderwerpen bij. Zo is leestekens onze laatste aanwinst!

Bij elke app is de mogelijkheid om de zinnen te laten voorlezen. Klik daarvoor op de luidspreker: 

 

hun of hen

hun of hen

Vanaf groep 8 t/m voortgezet onderwijs. Hij verzekerde HUN dat hij HEN zou trakteren.

Groep 8 en verder.
groter dan even groot als

groter dan even groot als

Is het groter dan ik of groter als mij?

Groep 8 en verder.
aan elkaar of los: tekort of te kort?

aan elkaar of los: tekort of te kort?

Schrijf  je de woorden aan elkaar of los? te voorschijn of tevoorschijn, teveel of te veel, er naar toe of ernaartoe of er naartoe enz.

Groep 8 en verder.
enkelvoud of meervoud

enkelvoud of meervoud

Een aantal mensen komt of komen? Twee kilo appels kost/kosten twee euro. En nog veel meer.

Groep 8.
leestekens

leestekens

Hoofdletter, punt, komma, vraagteken, uitroepteken, puntkomma, dubbele punt, aanhalingstekens, apostrof

Groep 7, 8 en verder.
onregelmatige werkwoorden

onregelmatige werkwoorden

Allerlei oefeningen met werkwoorden in de tegenwoordige tijd, verleden tijd en voltooid deelwoord. Zoals: Ik vind, ik vond, ik heb gevonden. Ik breng, ik bracht, hij heeft gebracht.

Groep 5, 6 en 7.
zo gezond als een vis

zo gezond als een vis

In onze taal komen bepaalde uitdrukkingen voor die iedereen gebruikt.

Groep 6, 7 en 8.
groot groter grootst

groot groter grootst

Hier leer je de trap van vergelijking. Ik kan het goed. Jij kunt het beter. Hij kan het het best.

Groep 6, 7 en 8.
synoniemen

synoniemen

Woorden noemen we synoniem als ze (ongeveer) hetzelfde betekenen. Een beest of een dier is hetzelfde.

Groep 3, 4, 5, 6, 7 en 8.
tegenstellingen

tegenstellingen

Niet groot maar klein

Groep 4, 5, 6, 7 en 8.
een zwerm bijen

een zwerm bijen

Een zwerm bijen, een kudde olifanten, een tube tandpasta.

Groep 6, 7 en 8.
homofoon

homofoon

Wat zei zij? Wij lopen in de wei. Mijn want hangt aan de wand.

Groep 7 en 8.
pleonasme, tautologie, contaminatie

pleonasme, tautologie, contaminatie

Ik zal die zin voor jou nog opnieuw herhalen. Je krijgt die boeken van mij gratis en voor niets. De motor passeerde ons snel voorbij.

Groep 8 en verder.