Het koppelteken
Het koppelteken (-) in het Nederlands wordt gebruikt om woorden of delen van woorden aan elkaar te koppelen, vooral als er sprake is van een samenstelling, afleiding of samenvoeging. Het verbindt de woorden en maakt de tekst duidelijker. Hier zijn enkele voorbeelden:
-
Samenstellingen: Woorden die samen een nieuw begrip vormen.
- "Zelfstudie" (zelf + studie)
- "Ziekenhuis" (ziek + huis)
-
Afleidingen: Woorden die worden afgeleid van een basiswoord.
- "Drietalig" (drie + talig)
- "Groenachtig" (groen + achtig)
-
Samenvoegingen: Het koppelteken wordt gebruikt bij tweeklanken om de klanken duidelijk te houden.
- "Coëfficiënt" (co + efficiënt)
- "Reünie" (re + unie)
-
Voor- en achtervoegsels: Koppelteken bij voorvoegsels als "anti-", "mini-", en achtervoegsels als "-achtig".
- "Anti-rookcampagne" (anti + rook + campagne)
- "Mini-jurk" (mini + jurk)
Het koppelteken helpt om de structuur van woorden te verduidelijken en de leesbaarheid te verbeteren.
Leer alles over het koppelteken
Leer alles hierover in de leermodule over het koppelteken.